Uitzonderingen op de weergave en beperking van de identificatie van het oproepende en het doorverbonden nummer
1. Ongeacht of de oproepende eindgebruiker de weergave van de identificatie van het oproepende nummer heeft verhinderd, schakelen aanbieders van algemeen beschikbare nummergebaseerde persoonlijke communicatiediensten in geval van een oproep naar de nooddiensten de verhindering van weergave van de identificatie van het oproepende nummer en de weigering of het ontbreken van toestemming van een eindgebruiker voor de verwerking van metagegevens per afzonderlijke lijn uit voor de organisaties die noodoproepen behandelen, waaronder alarmcentrales, om respons te kunnen geven aan deze oproepen.
2. De lidstaten stellen nadere bepalingen vast met betrekking tot de vaststelling van de procedures en de omstandigheden waarin aanbieders van algemeen beschikbare persoonlijke communicatiediensten de verhindering van de weergave van de identificatie van het oproepende nummer tijdelijk uitschakelen, wanneer eindgebruikers verzoeken om de opsporing van kwaadwillige of hinderlijke oproepen.